Fertility Tracker Method
De Fertility Tracker-methode is een op fertility awareness gebaseerde methode, geautomatiseerd in een geïntegreerd apparaat dat hardware (basale lichaamstemperatuur sensor) en software (een zelflerend algoritme) combineert.
De Fertility Tracker Method (of FTM) valt onder de paraplu van fertility awareness-based method. FTM combineert de logica van bestaande handmatige methoden voor vruchtbaarheidsbewustzijn, waaronder de Kalendermethode, de Calculothermische Methode en de Symptothermische Methode in het geautomatiseerde proces van de vruchtbaarheidstracker, met behulp van een zelflerend algoritme om de vruchtbare en onvruchtbare dagen van de gebruiker te berekenen. Dit proces voorkomt gebruikers gebaseerde foutieve interpretaties die kunnen optreden bij handmatige methoden voor vruchtbaarheidsbewustzijn. (Pallon 2009; Barron 2005)
De eerste Fertility Tracker werd ontwikkeld door Dr. Hubertus Rechberg in 1986. Zijn bedrijf, Valley Electronics, blijft wereldwijd Fertility Trackers ontwikkelen en innoveren, waaronder de Pearly, Lady-Comp, Lady-Comp Baby en Daysy.
De Fertility Tracker volgt en documenteert de basale lichaamstemperatuur van de gebruiker en maakt vervolgens een onafhankelijke berekening van de vruchtbare en onvruchtbare dagen met behulp van deze gegevens. De Fertility Tracker slaat de gegevens automatisch op en evalueert deze met behulp van een intelligent, zelflerend algoritme. Dit algoritme bevat duizenden cyclusgegevens van verschillende vrouwen, controleert voortdurend zijn eigen berekeningsresultaten met zijn eerder verzamelde gegevens en leert zo op betrouwbare wijze onderscheid te maken tussen vruchtbare en onvruchtbare dagen.
Alles wat gebruikers moeten doen om FTM nauwkeurig te gebruiken, is om regelmatig hun basale lichaamstemperatuur te meten en hun menstruatiedagen correct in te voeren. De Fertility Tracker neemt alle verdere stappen over en bepaalt de vruchtbaarheidsstatus van de gebruiker.
De Fertility Tracker-methode is gedeeltelijk gebaseerd op de Calculothermische methode en bestaat uit een combinatie van drie elementen:
​
-
Het opnemen en leren van nieuwe gegevens (de dagelijkse basale temperatuur, het begin en einde van de menstruatie, evenals de verzamelde historische cyclusgegevens) door een Fertility Tracker.
-
De statistisch significante evaluatie van de temperatuurstijging na de ovulatie, met actuele en historische gegevens uit de database, door een algoritme aangepast aan de vrouwelijke cyclus.
-
Het vermijden van menselijke invoer- en interpretatiefouten door de combinatie van hardware (de sensor) en software (het algoritme) in één apparaat (de Fertility Tracker).
De Fertility Tracker (hardware/sensor)
De Fertility Tracker gebruikt een zeer nauwkeurige sensor voor basale lichaamstemperatuurmeting. Uniek is dat deze sensor wacht tot de uiteindelijke temperatuurwaarde is gestabiliseerd. Daarom kan het tot 60 seconden of iets langer duren voordat de Fertility Tracker de temperatuur registreert. Je basale lichaamstemperatuur springt niet, de sensor moet opwarmen totdat hij zijn uiteindelijke temperatuurwaarde bereikt. Wanneer het opwarmt, krijg je een curve die stijgt naar de uiteindelijke temperatuurwaarde. Andere basale lichaamstemperatuur meetapparaten hebben een zeer hoge meetsnelheid omdat ze de stijgende curve extra opvoeren om de uiteindelijke temperatuurwaarde te "raden" of benaderen.
De Fertility Tracker wacht tot de uiteindelijke temperatuurwaarde is gestabiliseerd om een ​​betrouwbaar resultaat te krijgen. En als de temperatuur weer daalt (bijvoorbeeld als gevolg van ademhaling en koude lucht die tijdens een meting in de mond komt), wordt de waarde pas genomen als deze weer stijgt en stabiliseert. Deze methode zorgt voor een zo nauwkeurig mogelijke temperatuurmeting.
Het zelflerend algoritme (software)
Het algoritme gebruikt de menstruele startdatum als het begin van een nieuwe cyclus. Basale lichaamstemperatuur (BBT) wordt dagelijks gemeten om de pre-ovulatiefase vast te stellen totdat de huidige temperatuurwaarde met een karakteristieke verschuiving is gestegen. Vanwege het ontbreken van voldoende gegevens in de eerste paar cycli met het apparaat, gaat het algoritme ervan uit dat alle dagen (na de menstruatie) tot de ovulatie vruchtbaar kunnen zijn. Dat is de reden dat u in de eerste paar cycli meer rode (mogelijk vruchtbare) dagen zult hebben (figuur 2 A).
Dit mechanisme wordt aangepast na continu gebruik van het apparaat, waarbij onvruchtbare dagen tijdens de pre-ovulatiefase worden berekend door te leren van eerder ingevoerde gegevens en dagelijkse basale lichaamstemperatuur.
Na deze leerperiode waarin de Fertility Tracker jouw persoonlijke gegevens verzamelt, begint de tracker jouw ovulatie te bepalen en begint je persoonlijke vruchtbare venster 5 dagen vóór jouw vroegst waarschijnlijke voorspelde ovulatie. Dit wordt berekend met de nieuwe gegevens die je hebt verstrekt (basale lichaamstemperatuur, start- en einddatum van de menstruatiecyclus, historische cyclus gegevens) en vergeleken met statistische analyse van de database met gegevens over de menstruatiecyclus. Het algoritme bepaalt de vroegste dag in je cyclus waarop je waarschijnlijk ovuleert. De vruchtbare fase zal dan doorgaan totdat de ovulatie is bevestigd.
Zodra wordt berekend dat de ovulatie heeft plaatsgevonden en het einde van de vruchtbare tijd wordt geïdentificeerd door een statistische temperatuurverschuiving, begint het algoritme post-ovulatoire, onvruchtbare statussen toe te wijzen aan de volgende dagen. Elke nieuwe dag worden statistische analyses gebruikt om opnieuw te evalueren of je nog in de luteale fase op hogere temperatuur bevindt. Het apparaat wacht tot je de menstruatie ingaat, wat een nieuwe cyclus aangeeft, of een langdurige hoge temperatuurfase die op een succesvolle conceptie zou kunnen duiden (figuur 2 B).
​
De 'alleen temperaturen' methode
De methode waarbij je alleen de temperatuur meet (zonder algoritme) is gericht op de fase na de ovulatie. De, vaak veel langere, pre-ovulatiefase wordt als potentieel vruchtbaar beschouwd. De methode gaat uit van onvruchtbare dagen na de ovulatie. Met een relatief regelmatige cyclus kunnen gebruikers aannemen dat ongeveer 20-30% van de dagen onvruchtbaar zijn (inclusief menstruatie). Met de Fertility Tracker-methode is de verdeling van vruchtbare en onvruchtbare dagen ongeveer fifty-fifty voor vrouwen met een regelmatige cyclus.
De kalender methode
De berekening van de kalendermethode van het vruchtbare venster is gebaseerd op de gemiddelde lengte van de voorgaande cycli. Er wordt aangenomen dat de post-ovulatiefase, de tweede helft van de cyclus na de ovulatie, altijd 14 dagen lang is. (1) Het vruchtbare venster opent vier dagen vóór en sluit drie dagen na de voorspelde tijd. Informatie uit de huidige cyclus (d.w.z. dagelijkse BBT-meting) wordt bij dit type berekening niet in aanmerking genomen. Omdat ovulatie, en dus het individuele vruchtbare venster, binnen een jaar gemiddeld 5 dagen kan fluctueren, is deze methode helemaal niet nauwkeurig. (2)
Calculothermische methode
De klassieke Calculothermische methode combineert de basale lichaamstemperatuur met de kalenderberekening van Ogino, de kortste cyclus minus 18 om het begin van de vruchtbare tijd te identificeren, en temperatuur om het einde van de vruchtbare tijd te identificeren. (3)
Op basis van de bevindingen van het wetenschappelijke werk over natuurlijke gezinsplanning (NFP) heeft Valley Electronics een unieke methode ontwikkeld die een unieke evaluatieprocedure mogelijk maakt via statistische en wiskundige berekeningen.
Hoewel de klassieke Calculothermische methode gebaseerd is op een rigide constructie, maakt de Fertility Tracker-methode gebruik van de mogelijkheid om de onvruchtbare dagen na de menstruatie individueel te verlengen op basis van reeds gemeten cycli. Kortom, de Calculothermische methode probeert het vruchtbare venster te voorspellen, terwijl de Fertility Tracker-methode (vanwege het ontbreken van voldoende gegevens) ervan uitgaat dat in de eerste paar cycli alle dagen na de menstruatie vruchtbaar kunnen zijn.
Deze onvruchtbare dagen na de menstruatie worden bij elke cyclus aangepast aan het individuele optimum - de Fertility Tracker-methode leert actief.
Zodra wordt berekend dat de ovulatie is gebeurd, op basis van de gemeten BBT, begint de Fertility Tracker-methode wiskundige post-ovulatoire, onvruchtbare status toe te kennen aan de dagen. Elke nieuwe dag wordt deze wiskundige test (opnieuw) geëvalueerd om te beslissen of jij je nog in de onvruchtbare luteale fase bevindt.
​
​
Bronnen
1) Colombo, B. and Scarpa, B. Calendar methods of fertility regulation: A rule of thumb. Statistica , 56(1):3–14, 1996
2) Johnson, S., Marriott, L. & Zinaman, M. Can apps and calendar methods predict ovulation with accuracy? Curr. Med. Res. Opin. 34, 1587–1594 (2018)
3) Holt, J. G. H. Marriage and Periodic Abstinence , 2nd Edition (1st Edition 1937). Longmans, London, 1960
​